LEEUWARDEN - Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft donderdag in hoger beroep uitspraak gedaan in de zaken rond de A7-blokkade. Aan alle 15 verdachten legt het hof een taakstraf van 90 uren op voor betrokkenheid bij de blokkade van de A7 op 18 november 2017. Verdachten hebben met hun actie anderen belemmerd in de uitoefening van belangrijke grondrechten, te weten het recht op vrije meningsuiting en het recht op betoging. Dit zijn fundamentele rechten die essentieel zijn in een democratische samenleving.


Verdachten waren van mening dat het niet wenselijk was dat de KickOutZwartePiet-demonstranten juist tijdens de landelijke intocht van Sinterklaas kwamen demonstreren in Dokkum en waren het niet eens met de beslissing van het bestuur daaromtrent. Zij hebben vervolgens het recht in eigen hand genomen en voor eigen rechter gespeeld. Het op een dergelijke manier ondermijnen van een beslissing van het bestuur en het anderen de mogelijkheid ontnemen om te demonstreren, is zeer ernstig en ontoelaatbaar. Juist impopulaire meningen die indruisen tegen de (lokaal) heersende opvattingen en die mogelijk op verzet kunnen rekenen, moeten in een democratische samenleving door een demonstratie geuit kunnen worden.

Eigenrichting
Net als de rechtbank vindt het hof dat het reguleren van betogingen en het handhaven van de openbare orde en veiligheid bij uitstek taken zijn van de overheid en niet van (groepen van) individuele burgers. Het was dan ook niet aan verdachten om te bepalen waar en wanneer de demonstranten mochten demonstreren. Ook was het niet aan hen om door hen gevreesde ongeregeldheden te voorkomen door zelf nota bene strafbare feiten te plegen. Van een overmachtssituatie was ten tijde van de blokkade geen sprake. Het handelen van verdachten kan als eigenrichting worden aangemerkt. Dat kan niet worden getolereerd omdat dit ernstig afbreuk doet aan de democratische rechtstaat.

Lagere straf
Anders dan de rechtbank is het hof van oordeel dat in alle zaken alle ten laste gelegde feiten (versperren A7, verhinderen betoging, dwang en, in één zaak, opruiing) wettig en overtuigend kunnen worden bewezen. De door de rechtbank opgelegde en door het openbaar ministerie gevorderde taakstraf vindt het hof echter te fors. Volgens het hof gaat het bij de verschillende feiten telkens om hetzelfde handelen. Ook speelt bij de strafoplegging mee dat er geen ernstige ongevallen zijn gebeurd. Het hof vindt het aannemelijk dat het hier om een incident gaat en acht de kans niet groot dat verdachten opnieuw tot het plegen van (soortgelijke) strafbare feiten over zullen gaan.

Dezelfde straf voor alle verdachten
In de kern betrof het een collectieve actie waarbij alle verdachten hetzelfde doel hadden. Alle verdachten hebben feitelijk ongeveer eenzelfde aandeel in het gebeuren gehad. Dat de één zich op Facebook wat actiever heeft opgesteld dan een ander, of op de weg prominenter in beeld is geweest dan de ander, vindt het hof onvoldoende specifiek om de één meer verantwoordelijkheid toe te dichten dan de ander en dit in de straf tot uitdrukking te brengen. Dit betekent dat aan alle verdachten dezelfde straf wordt opgelegd.